Graniet is een natuurlijk stollingsgesteente dat voornamelijk bestaat uit drie mineralen; kwarts, veldspaten en micas. De onderlinge verhouding van de mineralen verschilt, maar doorgaans is kwarts de dominante component (ongeveer 50%). Het kwarts is meestal grijs. Het veldspaat kan gekleurd zijn (crème, roze voor kaliveldspaat en (melk)wit voor plagioklaas) en de glimmers zijn meestal bruin of lichtgrijs van kleur. Graniet is een stollingsgesteente en dat wil zeggen dat het is gevormd door het ondergronds stollen van magma. (Dit in tegenstelling tot een uitvloeiingsgesteente zoals basalt dat dichtbij of aan het aardoppervlak gestold is). Doordat graniet op diepte gestold is, hebben de mineralen bij langzame afkoeling de tijd gehad om kristallen te vormen. Het woord graniet is afgeleid van het Latijnse woord granus, dat korrel betekent. Het verwijst naar het vaak korrelige uiterlijk van graniet. Graniet komt in de hele wereld voor in allerlei soorten en kleuren, bijvoorbeeld in sommige delen van België, al is daar het meeste graniet commercieel al gewonnen. Sommige zwerfstenen in Noord-Nederland bestaan uit graniet. Meestal komt graniet uit Noorwegen of Zweden maar ook uit Italië en Afrika. De platen graniet worden uit grote blokken gezaagd in diktes van 2 of 3 cm, waarna ze een polijst (glanzend) behandeling krijgen, verzoet (mat) of gebrand anticato (hobbelig oppervlak) worden.